Tussen 17 oktober en 10 november boog het Franse Parlement, zich over de nationale financiële wet voor 2018. De wet voert een nieuwe definitieve forfaitaire belasting in (Prélèvement Forfaitaire Unique of PFU), die van toepassing is op alle spaar- en beleggingsrekeningen, met inbegrip van levensverzekeringen, met retroactieve werking vanaf 27 september 2017.

Hoewel deze in het VK en in de VS vaak gebruikt wordt, is de forfaitaire belasting voor het Franse fiscale stelsel een nieuwigheid, waarbij een eenmalige belasting wordt toegepast op een uitgebreide reeks verschillende situaties en bronnen van inkomsten.

Het Franse fiscale stelsel spits de belastingschuld gewoonlijk toe op de persoonlijke situatie van de belastingbetaler en het type inkomsten. Het gaat hier dus om een ingrijpend andere aanpak met betrekking tot de belastingheffing, die voortvloeit uit het presidentiële programma van Emmanuel Macron.

Het achterliggende idee is de belasting van kapitaal in handen van Franse ingezetenen te vereenvoudigen, door toepassing van een forfaitaire belasting op een uitgebreide reeks spaar- en beleggingsrekeningen en -inkomsten:

  • door één belastingvoet toe te passen op alle financiële inkomsten;
  • om complexiteit te vermijden in de toepassing van de inkomstenbelasting in Frankrijk voor verschillende inkomstencategorieën, met onder andere intresten, dividenden en kapitaalswinsten.

De belasting van 30% in de PFU omvat het volgende:

  • 14,5% inkomstenbelasting en 15,5% sociale zekerheidsbijdrage tot 31 december 2017, en
  • 12,8% inkomstenbelasting en 17,2% sociale zekerheidsbijdrage vanaf 1 januari 2018

 

 

 

Er zijn een aantal types beleggingsrekeningen die niet in aanmerking komen voor de PFU:

  • Gereguleerde spaarrekeningen (livrets reglementés) zoals “Livret A” of duurzame ontwikkelingsrekeningen, of spaarproducten waar geen inkomstenbelasting op geheven wordt, zoals spaarplannen of pensioenplannen voor werknemers.
  • Beleggingen die hoofdzakelijk gericht zijn op aandelen, zoals aandelenspaarplannen, wat strookt met het overheidsbeleid om beleggingen in de reële economie te stimuleren.
  • Inkomsten uit vastgoed, die echter een impact ervaren van de omzetting van de Franse vermogensbelasting naar een belasting op vastgoedactiva.

Daarom worden noch levensverzekeringen, noch spaarrekeningen bij de bank, zoals spaarplannen voor vastgoedaankopen, uitgesloten van de PFU.

Door verdeeldheid binnen de regering en halfslachtige bewoordingen in het wetsvoorstel, waren belastingbetalers en polishouders van levensverzekeringen bang dat ze een hogere belasting zouden moeten betalen voor bestaande contracten, dan wat volgens de gevestigde regels het geval was. Het was de bedoeling dat het forfait van 30% zou toegepast worden op levensverzekeringscontracten met een waarde van meer dan € 150.000 voor een individuele persoon en € 300.000 voor een koppel, ongeacht hoe lang dit contract al geldig is.

 

 

De regering heeft echter twee aanpassingen doorgevoerd om het PFU-stelsel te verduidelijken.

Alle contracten die werden aangegaan vóór 27 september 2017 zullen belast worden volgens de huidige toepasselijke percentages, afgestemd op de duur dat het contract in voege is. Indien de polishouder bijkomende investeringen uitvoert, dan is de PFU van toepassing, maar is er de mogelijkheid om een lagere belastingvoet van 24,7% toe te passen vanaf 1 januari 2018 voor het deel van de premies dat betaald werd onder de drempel van € 150.000 voor een individuele persoon en € 300.000 voor een koppel. Contracten die werden aangegaan na 27 september 2017 zullen onderworpen worden aan de PFU, ongeacht de duur of waarde van het contract.

Tot nu toe was de belasting die van toepassing was op opnames uit levensverzekeringscontracten afhankelijk van hoe lang het contract al bestond en het feit of de polishouder koos voor een eenmalige inning of inkomstenbelasting. De toepasselijke  aanslagvoet daalt na verloop van tijd als volgt:

  • Een belastingvoet van 50,5% wanneer het levensverzekeringscontract minder dan 4 jaar bestaat (35% inkomstenbelasting en 15,5% sociale zekerheidsbijdrage).
  • Een belastingvoet van 30,5% voor levensverzekeringscontracten die 4 tot 8 jaar bestaan (15% inkomstenbelasting en 15,5% sociale zekerheidsbijdrage).
  • Een belastingvoet van 23% voor levensverzekeringscontracten die langer dan 8 jaar bestaan (7,5% inkomstenbelasting en 15,5% sociale zekerheidsbijdrage).

Deze tarieven zullen vanaf 1 januari 2018 stijgen naar 52,2%, 32,2% en 24-7% wegens een stijging van het aandeel sociale zekerheidsbijdrage.

Er dient opgemerkt te worden dat het percentage van de PFU lager is dan dat van de eenmalige heffing voor een opname binnen minder dan acht jaar, maar mogelijk hoger na de drempel van acht jaar.

We raden aan om bestaande contracten te handhaven tot de drempel van acht jaar bereikt is, en na 27 september 2017 geen bijkomende investeringen uit te voeren. Voor beleggingen na 27 september dienen nieuwe contracten opgemaakt te worden , zodat de polishouders kunnen genieten van de laagst mogelijke tarieven voor alle premies die ze hebben belegd in levensverzekeringscontracten van meer dan € 150.000 voor individuele personen en € 300.000 voor koppels.

Dit is een unieke gelegenheid om voordeel te halen uit de nieuwe wetgeving en gebruik te maken van de lagere belastingvoeten die ter beschikking staan van polishouders. OneLife staat u met veel plezier bij om gebruik te maken van de wijzigingen.

 

 

 

Vervanging van de ISF door de IFI

De financiële wet, die door het Parlement goedgekeurd werd bij de eerste lezing, zal de solidariteitsbelasting op vermogen (ISF) vervangen door een vastgoedvermogensbelasting (IFI). Dit zijn de belangrijkste punten.

De ISF belast activa boven de drempel van €1,3 m via een progressieve schaal. De IFI zal de ISF vervangen aan de hand van dezelfde drempels en tarieven.

De belastbare basis (de activa die aan belasting onderworpen zijn) zal echter ingrijpend veranderen.

Financiële activa (met inbegrip van levensverzekeringspolissen) zullen voortaan uitgesloten worden, samen met bosbouw, kunstwerken, vastgoed in het kader van professionele activiteiten en verhuurde gemeubelde accommodatie (uitsluitend onder het zakelijke stelsel van verhuur van gemeubelde accommodatie). Jammer genoeg zullen aandelen in SCPI-investeringsmaatschappijen voor vastgoed of OPCI-collectieve vastgoedfondsen echter binnen het bereik van de nieuwe belasting vallen, zelfs als ze verwerkt zijn in een levensverzekeringspolis, net zoals alle andere vastgoedactiva.

Gelukkig blijft de toelage van 30% van de waarde van het hoofdverblijf van de belastingbetaler gehandhaafd. De keerzijde van de medaille is dat vruchtgebruikers en eigenaars met overlevingspensioen nu aansprakelijk zullen zijn voor hun respectievelijke fiscale aandeel, en niet langer enkel op het vruchtgebruik.

De wet is nu behandeld door de Senaat, die mogelijk niet noodzakelijk akkoord gaat met deze veranderingen, af te leiden uit een rapport van 9 november dat de wijzigingen als niet-coherent en schadelijk voor de economie bestempelt.

Desalniettemin vertegenwoordigen de voorstellen merkbare belastingbesparingen voor heel wat vermogende Franse huishoudens, maar ten koste van een sector die goed is voor 18% van het nationale vermogen en 8% van de totale tewerkstelling. We hebben de laatste veldslag nog niet gezien tussen een Parlement dat kordaat achter de visie van de president staat en een Senaat die zich er resoluut tegen verzet.

Heel dit verhaal is andermaal een illustratie van de voordelen van een Luxemburgse levensverzekering voor Franse ingezetenen en OneLife zal haar partners op de hoogte houden van verdere ontwikkelingen in deze kwestie, om hen te helpen bij de begeleiding van hun cliënten doorheen deze veranderingen.

 

 Artikel door Jean-Nicolas Grandhaye