OneLife heeft de twee rapporten geanalyseerd, die door de autoriteit voor financiële diensten en markten werden gepubliceerd. OneLife heeft de twee rapporten geanalyseerd, die door de autoriteit voor financiële diensten en markten werden gepubliceerd. De FSMA publiceerde op 21 augustus 2017 twee rapporten over de controle van de naleving van de toepassing van de gedragsregels met betrekking tot de zorgplicht bij Verzekeringsmaatschappijen (A) en Makelaars (B). Het doel van deze rapporten is fungeren als “richtlijnen” voor alle professionals in de sector.

De FSMA stelde deze rapporten op aan de hand van voldoende grote staalnames, om een beeld te krijgen van de markttrends.

– Hoe ziet de algemene balans eruit?

 – Wat moeten we uit deze rapporten onthouden?

– Welke aanbevelingen doet de FSMA?Algemeen gezien passen de verzekeringsmaatschappijen en makelaars goede praktijken toe, maar vertonen ze hiaten als het gaat om het respecteren van de zorgplicht.

 

 

A) De verzekeringsmaatschappijen
1. Het distributiemodel

Dit komt niet altijd overeen met het distributienetwerk (bv. een netwerk van makelaars, maar de verzekeringsmaatschappij stelt de cliënten intekening per post voor).

2. Informatieverzameling

– Wordt niet altijd correct uitgevoerd

– Wordt niet altijd correct uitgevoerd

– Niet altijd coherent – Onvoldoende beoordeeld

3. Geschiktheidstest

– Wordt niet altijd correct uitgevoerd;- Wordt niet altijd correct uitgevoerd;

– De FSMA komt terug op de verantwoordelijkheid van de personen die actief zijn in de distributie, met betrekking tot de inschatting van de geschiktheid van een transactie, rekening houdend met het profiel van de cliënt.

 

4. Monitoring en controles

Hoewel deze controles en de monitoring nog niet helemaal effectief zijn, omdat de toepassing van AssurMiFID nog niet helemaal op punt staat, dringt de FSMA aan op het belang van de invoering ervan.

5. Informatie geleverd aan de cliënten

De informatie is niet altijd helder, correct en transparant voor de Cliënt.

De FSMA wil de aandacht van de verzekeringsmaatschappijen overigens vestigen op de disclaimers, die soms in strijd zijn met de zorgplicht.

6. Opleiding van adviseurs

De FSMA vraagt de maatschappijen om deze opleiding te verbeteren, met meer aandacht voor de zorgplicht.

 

7. Incentives

De FSMA herinnert eraan dat het doel van deze incentives is om de kwaliteit te verbeteren van de diensten die aan de cliënten worden verstrekt en dat het de verantwoordelijkheid van de maatschappijen is om dit te controleren en te bewijzen.

 

8. Interne procedures van de maatschappijen

De FSMA heeft de procedures gecontroleerd voor de selectie, goedkeuring en commercialisering van spaar- of beleggingsverzekeringen, waarmee het respecteren van de zorgplicht kan gegarandeerd worden.

De FSMA adviseert de verzekeringsmaatschappijen om een “gatekeeper” aan te stellen: een persoon die enkel verantwoordelijk zou zijn voor het nagaan of er in deze interne procedures over heel de lijn, maar ook op het moment dat de producten gelanceerd worden, rekening wordt gehouden met de belangen van de cliënten.

 

 

B) De Makelaars
1. Naleving van de intekeningsvoorwaarden en het bijhouden van het register

– De FSMA heeft vastgesteld dat de dossiers niet altijd actueel waren (adreswijziging, aantal CPP’s (contactpersoon met het publiek), wijziging aandeelhouderschap…). Het is echter een verplichting om deze administratieve dossiers up-to-date te houden.

– De FSMA stelde ook vast dat de CPP-status niet duidelijk was vastgesteld, wat met name heeft geleid tot tekortkomingen in de registratieverplichting als verzekeringstussenpersoon voor zelfstandigen die met de makelaars samenwerken.- Ten slotte heeft de FSMA, om deze aangiftes te vergemakkelijken, een platform, “Cabrio”, ingevoerd. Daar kunnen de makelaars alle informatie makkelijker inbrengen en aangeven bij de betrokken overheid.

– Ten slotte heeft de FSMA, om deze aangiftes te vergemakkelijken, een platform, “Cabrio”, ingevoerd. Daar kunnen de makelaars alle informatie makkelijker inbrengen en aangeven bij de betrokken overheid.- Ten slotte heeft de FSMA, om deze aangiftes te vergemakkelijken, een platform, “Cabrio”, ingevoerd. Daar kunnen de makelaars alle informatie makkelijker inbrengen en aangeven bij de betrokken overheid.

2. Zorgplicht

– De FSMA komt terug op het gebruik van de vragenlijst die de sector zelf introduceerde. Aan de hand hiervan kunnen de zogenaamde “gestandaardiseerde” profielen worden bepaald, waar in fine geen rekening kan worden gehouden met de individuele informatie van de cliënt.

– Daarom roept de FSMA de makelaars op om te controleren of deze “gestandaardiseerde” profielen wel degelijk overeenkomen met het profiel van de cliënt.

3. Informatieverzameling

– Dit wordt niet altijd correct uitgevoerd, zowel voor wat de ervaring en kennis van de cliënt betreft, als voor wat hun doelstellingen en financiële toestand betreft;

– Niet altijd coherent en niet altijd gedocumenteerd.

4. Geschiktheidstest

– Het principe is voor bepaalde makelaars niet duidelijk. Ze slagen er niet in aan te tonen op welke manier de test werd uitgevoerd, wat het risico van “miss-selling” vergroot – er zou namelijk verwarring bestaan tussen informatieverzameling en de afname van de geschiktheidstest.- Het principe is voor bepaalde makelaars niet duidelijk. Ze slagen er niet in aan te tonen op welke manier de test werd uitgevoerd, wat het risico van “miss-selling” vergroot – er zou namelijk verwarring bestaan tussen informatieverzameling en de afname van de geschiktheidstest.

5. Informatie geleverd aan de cliënten

– Niet altijd helder, correct en transparant (met name de intersectoriële cumul van de statuten: verwarring tussen makelaars voor bank- en beleggingsdiensten of verzekeringen), wat indruist tegen het doel van de regelgeving, namelijk de bescherming van de consumenten.

6. Incentives

– De FSMA herinnert eraan dat deze incentives als doel hebben de kwaliteit van de aan de cliënten verstrekte diensten te verbeteren. Ze herinnert aan het risico van belangenvermenging, met name in het kader van een beleid van minimumdrempels die moeten behaald worden om een commissie te krijgen.

– De FSMA herinnert eraan dat deze incentives als doel hebben de kwaliteit van de aan de cliënten verstrekte diensten te verbeteren. Ze herinnert aan het risico van belangenvermenging, met name in het kader van een beleid van minimumdrempels die moeten behaald worden om een commissie te krijgen.- De cliënt moet overigens op voorhand geïnformeerd worden over alle bestaande vergoedingen en incentives.

7. Opleiding van adviseurs

– Lack of professional knowledge about combatting money laundering, especially on the part of RDs and PCPs. Some do not possess procedures or struggle to apply them in practical terms; the FSMA stressed the need to ensure compliance on this point. 

 

8. Opleiding van adviseurs

– Gebrek aan professionele kennis, met name vanwege de RD’s en CPP’s op het vlak van de bestrijding van witwaspraktijken. Sommigen beschikken niet over procedures of passen ze niet concreet toe. De FSMA drong aan op de noodzaak om zich in dit verband naar de regels te voegen.

Daarom publiceerde de FSMA een mededeling in dit verband, met een synthese en actuele versie van de circulaire betreffende de verplichtingen omtrent antiwitwaspraktijken.

De circulaire werd ook gepubliceerd met de Cel Financiële Informatieverwerking in een bijzondere editie (nieuwsbrief), met daarin de goede en slechte praktijken voor de tussenpersonen.

– Vertraging met betrekking tot de verplichtingen rond kennisrecyclage.

 

 

Conclusies van de FSMA:

– “Algemeen vormt deze eerste inspectiegolf van “AssurMifid” een belangrijke stap in de toepassing op het terrein van de gedragsregels die gericht zijn op het versterken van het vertrouwen van financiële consumenten in de tussenpersonen in het verzekeringswezen. 

– “Algemeen vormt deze eerste inspectiegolf van “AssurMifid” een belangrijke stap in de toepassing op het terrein van de gedragsregels die gericht zijn op het versterken van het vertrouwen van financiële consumenten in de tussenpersonen in het verzekeringswezen. – De pedagogische aanpak die werd gevolgd, heeft al geleid tot vaststellingen die gepubliceerd werden, met praktische en nuttige informatie voor alle tussenpersonen over de verwachtingen van de FSMA met betrekking tot de concrete toepassing van de gedragsregels op het terrein. “

 

 Voor meer info, neem contact op met: Nora Belarbi

 

Voor het laatste nieuws en de recentste ontwikkelingen bij OneLife, ga naar: www.onelife.com en volg ons op LinkedIn en Twitter.